Vragen over Solliciteren
Home > Sollicitatiegesprek > Gesprekstechnieken tijdens het sollicitatiegesprek vanuit de sollicitant

Gesprekstechnieken tijdens het sollicitatiegesprek vanuit de sollicitant


Je voert geregeld gesprekken. Iedere dag maar weer. Pas tijdens een sollicitatiegesprek word je bewust van de manier, waarop je dit gesprek wilt voeren.

Vanuit jouw positie als sollicitant, kan het van groot belang zijn, dat je weet hoe je met je antwoorden invloed kan hebben op het gesprek. Gebruik jouw antwoord, om het gesprek in een bepaalde richting te sturen.

STAR methode


De antwoorden die je geeft binnen een gesprek kun je geven via een bekende methode, de STAR-methode.

S = SITUATIE (probeer een situatie te beschrijven, waar de vraag op aansluit)

Bijvoorbeeld: er kwam een nieuwe leesmethode uit en die heb je binnen het team geïntroduceerd.

T=TAKEN (wat deed je allemaal binnen je vorige betrekking. Je gesprekspartner wil meer weten over je vaardigheden en competenties)

Bijvoorbeeld: ik was groepsleerkracht van groep 3 en daarnaast leesspecialist en coachte collega’s.

A=ACTIVITEITEN (hoe pakte je dingen aan?)

Bijvoorbeeld: ik volgde een cursus en ging op verschillende scholen kijken.

R=RESULTAAT (welke resultaten heb je behaald?)

Bijvoorbeeld: de zwakke lezers hebben het leesproces sneller opgepakt.

Deze STAR methode is een veelgebruikte methode, die tevens ook door de gesprekspartner wordt ingezet , om vragen aan jou te stellen.

Algemene gesprekstechnieken


Tijdens een sollicitatiegesprek maak je naast de STAR, ook gebruik van algemene gesprekstechnieken. Ik geef je hieronder een overzicht van de meeste gebruikelijke:

  1. Je moet niet bluffen. Beantwoord de vragen slim en zeg de juiste dingen. Vertel echter ook eerlijk, als bepaalde vaardigheden nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn. Geef juist dan aan, in hoeverre je dit compenseert.
  2. Straal enthousiasme uit, alsof je in je eerste gesprek zit. Ontplooi jezelf en neem initiatieven.
  3. Maak gebruik van je lichaamstaal. Kijk je gesprekspartner in de ogen en zorg tevens dat je zeker over komt.
  4. Geef antwoorden, waardoor je probleemoplossend overkomt. Ook kun je gewoon aangeven, dat je van dingen geleerd hebt.
  5. Spreek je gesprekspartner aan met u.
  6. Bij competentiegerichte vragen, wil de gesprekspartner graag weten hoe je handelt in de praktijk. Leg in je antwoord de relatie met de beheerste competentie.

Gedurende het gesprek mag jezelf natuurlijk ook vragen stellen. Is hier nog geen kans toe geweest, gebruik dan aan het eind van een gesprek de mogelijkheid om vragen te stellen.

Je toont interesse en het duidt op een goede voorbereiding en inleving in de achtergrond van een bedrijf.

De gesprekspartner zal het initiatief nemen het gesprek af te sluiten. Hij/zij zal jou de hand schudden.
Bedank voor het gesprek en neem kordaat afscheid.

Een laatste goede indruk blijft zeker ook hangen bij de gesprekspartner.